In Veneto wordt van de Prosecco-druif één van de beste Italiaanse mousserende wijnen gemaakt. Prosecco is het best te drinken op een temperatuur van 8 à 9 graden, dus niet ijskoud.
Spumante geeft aan dat een wijn mousserend is. Frizzante betekent dat een wijn half-mousserend is.
De scheidslijn ligt bij 3 bar: alles tot en met 3 bar druk in de fles is frizzante, alles met meer dan 3 bar druk heet spumante.
Het verschil wordt over het algemeen bepaald door de periode van tweede vergisting. Een korte tweede vergisting (vaak minder dan een maand) levert een lichtere bubbel op: frizzante. Een langere tweede vergisting een sterkere bubbel: Spumante.